Vroeger werden lampen gemaakt met behulp van materialen die tegenwoordig niet meer worden gebruikt vanwege veiligheids- en gezondheidsredenen. Hier zijn enkele voorbeelden van hoe lampen vroeger werden gemaakt:
- Edison-lampen: De eerste commercieel geproduceerde lamp was de Edison-lamp, die werd uitgevonden door Thomas Edison in 1879. Deze lampen waren gemaakt van een koolstofdraad die in een glazen bol was geplaatst en werden verlicht door middel van elektriciteit.
- Gaslampen: Voordat elektriciteit algemeen beschikbaar was, werden lampen vaak gevoed door gas. Gaslampen waren voorzien van een gasreservoir en een brander die de vlammen produceerde die de lampen verlichtten.
- Olielampen: Nog eerder werden lampen gevoed door olie, zoals olijfolie, lijnzaadolie of kerosine. Deze lampen hadden een pit of lont die werd ondergedompeld in de olie en werd verlicht om de lamp te laten branden.
- Kaarsen: Kaarsen werden gebruikt als lichtbron in huizen, kerken en openbare plaatsen, zoals theaters. Kaarsen werden gemaakt van bijenwas of talg, en werden aangestoken met een lucifer of vuursteen.
Tegenwoordig worden lampen op een geavanceerdere manier gemaakt, waarbij moderne materialen en technologie worden gebruikt. LED-lampen zijn bijvoorbeeld gemaakt van halfgeleidermateriaal en hebben een veel langere levensduur en hogere efficiƫntie dan traditionele gloeilampen.